Twee en een half

Mijn nieuwste fase is “nieuwsgierig”; vragenvuur. ‘Wat doet die meneer?’, en ik wijs daarbij bijvoorbeeld naar de kinderfilm op tv. Zo betrek ik mijn ouders er continu bij, anders dwalen ze maar af in hun krant of zo. De eerste “waaroms”, heb ik ook al gebezigd.

Gefascineerd ben ik door lengte. Zo weet ik van oma dat ik nog te klein ben voor scrabble. ‘Hoe ben jij groot?’, vraag ik soms aan de lummels (de neven). Trouwens, iedereen die groter is dan ik, noem ik lummel. Dat levert soms verbaasde blikken op, zoals op de trap van de zwembad glijbaan als ik wijzend tegen papa zeg dat wij na “die lummels” zijn. Ze kunnen het gelukkig nog hebben van me.

Ballenbak

Omdat ik wil laten zien dat ik mystieke zaken in me herberg, ga ik bij elke speelgelegenheid waar zich een ballenbak bevindt, eerst twee rode ballen pakken; één voor mij en één voor mijn begeleider. Daarna is het pas vrijspelen. Dit deed ik toen ik anderhalf was, maar ook nu, een jaar- en diverse fases later. Zit verder niks achter hoor, maar ik vind het zo leuk dat ik hun hersens hoor kraken elke keer als ze hun rode bal licht verbaasd, aarzelend en onder het uitspreken van: ‘dankjewel’, toch maar weer in ontvangst nemen.

Spelen doe ik inmiddels actief met andere kinderen. Bij het kinderdagverblijf sta ik al bekend als het kind met ideeën. Ik deel de lakens uit. Staat Aiden als ik net binnenkom meteen voor me. Blijft me zo enthousiast vragend aankijken. Moet ik eerst even over nadenken, ik hak de knoop door en zeg ; ‘we gaan springen’. En dat vindt hij dan een goed idee. Stuiteren we samen een tijdje door de ruimte.
Ik ben erg digitaal aangelegd.Ik heb al een tablet versleten… Eh, dat wil zeggen; ik heb er eentje laten vallen. Elines kapotte tabletHeeft de verzekering gelukkig weer vergoed aan papa en mama. Zie je die barsten rechts? Vlak voordat ik hem in de keuken aan mama zou overhandigen, ontglipte hij me. Plat op zijn plaat ging die.
Zwemmen blijft helemaal mijn ding; lekker met papa op donderdagmorgen in Nieuwegein als het rustig is. Als het voorstel komt, steek ik mijn handen gebald in de lucht, en roep YESSS!
Ik spring zo vanaf de rand onder water. Ik ben nergens bang voor. Papa wel. Ik zie hem angstig naar mijn mond kijken, als ik dikke mevrouwen in uitpuilende badpakken iets te lang nastaar. Ik heb hem nog niet in verlegenheid gebracht. Maar wacht maar tot je mijn verhaal leest over hoe ik drie werd. Ha ha ha. Ik heb nu al voorpret.
Met mama bak ik inmiddels van alles; koekjes, cakejes, taarten. Vanuit mijn “pot” kan ik goed dingen schoonmaken, want ik kan bij de kraan, maar ook verkruimelen, rollen, roeren en versieren.
Mijn favoriete film is nu Wall-E. Maar Cars is nog niet helemaal weg uit mijn herinnering. Toen papa’s auto kapot was en niet startte bij de hevige vorst, heb ik geroepen; ‘dan moeten ze de auto hengelen.’ Daarmee doelde ik op de takel van Takel.

Mijn konijn- of muizenpakVoor de carnaval was ik al vroeg klaar dit jaar. Begin november kocht mama bij de Hema voor zeven euro een konijnenpak, of muizenpak zo je wilt. Kijk maar even. Ik vind hem vooral lekker warm en wilde hem een maand lang overal naartoe aan. Op de foto ben ik bezig met een barbie. Samen met Manou zijn we de poppenmoeders van het kinderdagverblijf.

Men is het erover eens dat ik wijzer probeer te ouwehoeren dan mijn omgeving, inclusief alle volwassenen. Er zijn geen letters meer die ik niet uit kan spreken. Met mijn voltooid deelwoorden, leg ik het gebrek van de Nederlandse taal genadeloos bloot. “Ik heb gezwemd.”, “Ik ben omhoog geklimd”, is niet mijn fout. Ik blijf dit consequent zo uitspreken, tot degenen die hierover gaan, het aanpassen.

Met lezen ben ik ook maar vast begonnen. De letters “K” en “S”, vind ik in elk boek zonder problemen terug. Die opschepperige vader van me heeft onder de champagne, afgelopen oudjaar bij vrienden beweert, dat ik nog vóór eind volgend jaar kan lezen. Dat ie schrijven er nog niet aan toegevoegd heeft zeg… Die patsert (patsert; ik tel 1x een s).
Het gaat steeds beter met “geduld”. Ik zeg soms alsjeblieft achter een commando, en ik weet me te gedragen in een rij voor een kassa. Dat is winst.
Alleen als ik erg moe ben, word ik wel eens, naar men zegt, onmogelijk. Dan is even niets meer goed, werk ik alles tegen, zoals tandenpoetsen en pyama aantrekken. Papa heeft me recent op de gang gezet. Mocht ik terugkomen als ik weer normaal kon doen. Dan weet ik het even niet meer en roep; ‘O jeetje, wat moet ik nou?!’ Mama zegt dat ik gevoel heb voor drama.

Mijn lievelingsfilm is, zoals gezegd Wall E, met ruimteschepen en “doelstelllingen”. WallE en EvaIk vind het alleen niet leuk als papa de film immiteert en met robotstem iets roept als: “doelstelling: meewerken met aankleden“.

In de vakantie duurt het even voordat papa begrijpt wat ik bedoel als ik op het strand “Eva, Eve” vind. Ik moet het wel tien keer zeggen en aanwijzen voordat hij het doorheeft. Kijk zelf. Dat ligt dus helemaal aan hem.De Eva-steen

 

 

 

 

Eline-ruimteschipAls mijn omgeving te dramatisch voor me wordt, sluit ik mijn ogen. Dat deed ik toen Sinterklaas binnenkwam, maar ook in het spookhuis in Speelstad Oranje. Ik ben er dan gewoon even niet. Eline staat stil, de wereld draait door, en als de wereld dan weer normaal doet en klaar is voor Eline, open ik mijn ogen weer. Zo slaap je tenminste rustig. Want dat vind ik belangrijk.
Sommige dingen veranderen niet. Ik kan nog steeds slapen als de beste. ’s Ochtends maken ze me wakker en ’s middags doe ik ook nog eens twee en een half uur. Papa en mama steken met dit gegeven graag de ogen uit van andere papa’s en mama’s die voor dag en douw op zitten.
Er gaat nog steeds een leger aan knuffels mee. Mijn favoriet is nu liefie-beer, die Mireille ergens in het plastic op zolder had gevonden. Hij rook naar het stro van een eh… berennestje. Daarvoor moest Minous overal mee naartoe. Minous is een poes die een meneer voor me heeft uitgezocht, nadat ik hem bij de kermis heb gewonnen met eendjes vissen. Ik was daar heel goed in. Ik vertelde het verhaal spontaan nog maanden aan elke kennis van mijn ouders die binnenstapte.

Eendjes vissen

Ook qua eten, verander ik nog niet erg. Groen is nog steeds uit den boze. Ik proef wel steeds meer meer dingen. Als ze willen dat ik weer eens wat anders eet, doe ik het gewoon op een andere manier. Slierten met stokjes bijvoorbeeld.

slierten met stokjes

 

Het laatste op het gebied van 2 1/2 is dat ik mijn ouders overhoor. ‘Weet je wat dit is?’, en ik wijs daarbij naar een plaatje op het kleurige dierentafelkleed bij opa en oma in Eindhoven, en ik geef daarna zelf maar het antwoord om te voorkomen dat ze gaan piekeren: ‘dat is een sprinkhaan. ‘ Phoe! Dank je’, hoor ik ze denken.