Maart 2016
Op school hadden we deze maand een Vincent van Gogh kunstthema. Twee mensen van het Montfoorts kunstcollectief hebben ons geleerd over kleuren en schildertechnieken. Dat dit overgekomen was bleek toen we tijdens een wandeling in IJsselstein bij een gallerie naar binnen keken. Mijn vader wees een schilderij aan van een hond dat hij mooi vond. ‘Ja’, zei ik, ‘en daar een mooi landschap, dat is een portret en daar een stilleven.’ Daar werden ze even stil van.
Na de les over kleuren en technieken mochten we zelf een “Van Gogherig” schilderij maken. Ik heb de mijne naar mijn vader toe omschreven als een lucht met sterren en een maan die een rood hartje op het land schijnt.
Op een avond begin april mochten alle ouders van de hele school de resultaten komen bezichtigen. De schilderijen hingen tentoongesteld in een van de gebouwtjes van de gezamenlijke Montfoortse kunstenaars. Na afloop van het bekijken verzamelde iedereen zich in de koffietent en werd door de kunstenaars per klas een schilderij gekozen dat ze het beste vonden. Eerst zouden ze vertellen waarom en dan zouden ze zeggen welke leerling daarbij hoorde. Vooraf had ik gezegd te hopen niet gekozen te worden, want als je gekozen werd mocht je je schilderij niet mee naar huis nemen. Dat kwam dan ergens te hangen…
Toen de mevrouw door de microfoon sprak over een mooie lucht en dat er zelfs een horizon in het schilderij aanwezig was, wist mijn vader al wat er ging volgen.
Mijn schilderij ging niet mee naar huis. Wat wel mee naar huis ging was de prijs; een schildersdoos met: acrylverf, een palet waarop je de verf kunt mengen en speciaal absorberend papier.
Na afloop van de kunstavond beschuldigden mama en papa elkaar van de afkomst van mijn mogelijke talent. Zelf hadden ze dat niet, vonden ze.
Papa moest van mij ook wat schilderen. Het moest een sneeuwlandschap worden met dieren zoals in mijn natuurboek. Ik vond het goed gelukt, net echt